Georgius Rumphius en Maria Dermoût
Vanaf nu te zien: de nieuwe expositie in Het Schelpenmuseum Amsterdam over de magische krachten van de schelp in de oude Indonesische cultuur.
Heeft een schelp een eigen geest? Bezit hij sturende krachten? Ja, ontdekte natuuronderzoeker Georgius Everhard Rumphius (1627-1702) halverwege de 17de eeuw in Nederlands-Indië. Dankzij zijn nauwkeurige beschrijvingen van de natuur op het eiland Ambon en omstreken, zijn de prachtigste verhalen bewaard gebleven over de vermeende magische krachten van schelpen.
Driehonderd jaar na Rumphius situeerde de schrijfster Maria Dermoût haar beroemde, mystieke roman De tienduizend dingen op hetzelfde eiland. Daarin plaatste zij Rumphius’ curieuze beschrijvingen in de context van het koloniale leven van de vorige eeuw.
De titel van de roman verwijst naar de taoïstische visie op de schepping als een allesomvattend en bezield geheel. Daarin is alles in de natuur, van het nietigste schelpje tot de mens zelf in een eeuwige kringloop met elkaar verbonden: ‘de tienduizend dingen’. De roman van Maria Dermoût kwam in 1955 uit en werd een internationale bestseller. Het boek werd vertaald in 13 talen en in 1958 riep het magazine Time de Amerikaanse versie uit tot een van de beste boeken van het jaar.
Bijzondere namen
In zijn boek D’Amboinsche Rariteitkamer, dat postuum in 1705 verscheen, beschreef Rumphius elke schelp die hij vond tot in detail: de kleur, de grootte, de vindplaats, de gebruiksmogelijkheden en de toegeschreven krachten. Ook gaf hij elke schelp een eigen naam, vaak op grond van uiterlijke gelijkenissen uit de natuur (maansogen, cameeltje, spinnekoppen, tijgerstongen, duivelsklauwen en bagijnendrollen). De expositie in Het Schelpenmuseum Amsterdam toont deze schelpen met de namen die Rumphius eraan gaf aan de hand van een kernpassage uit het boek van Dermoût: welke schelp bedoelden zij met de ‘Harpe Amoret’ en welke zijn ‘De Schildwachten van het Geluk’? In de ‘mooie la’ van Dermoût komen de schelpen tot leven die Rumphius met zoveel toewijding heeft beschreven in zijn D’Amboinsche Rariteitkamer.
De tentoonstelling ‘De bezielde schelpen van Nederlands-Indië. Georgius Rumphius en Maria Dermoût’ is tot 1 maart 2018 te zien in Het Schelpenmuseum Amsterdam, Czaar Peterstraat 249, Amsterdam. Openingstijden woe-za 11.00-18.00u.